‘Ik doe die opdracht straks wel even.’ Later op de dag denk je ‘Nah, ik doe het morgen wel. Dan heb ik er vast meer zin in.’ Ergens voel je je opgelucht, je bent er weer even vanaf. Toch is er ook die knoop in je maag. Want de opdracht, het werk, blijft liggen. Morgen word je er weer mee geconfronteerd. En hoe vaker je het blijft uitstellen, hoe moeilijker het wordt om eraan te beginnen. Chronisch uitstelgedrag kan voor onnodige stress zorgen. Wat doe je eraan?