Zorg dat je gemakkelijk zit of ligt. Neem een waardige houding aan.*
Sluit je ogen of richt ze op één punt.
Breng je aandacht naar je ademhaling en observeer hoe je in- en uitademt.
Je hoeft niet anders te ademen, per sé rustig te ademen of je ademhaling bij te sturen. Laat je ademhaling gewoon haar gang gaan.
Telkens als je wordt afgeleid, breng je je aandacht vriendelijk en zacht terug naar je ademhaling.
Vind je het moeilijk om je aandacht op je ademhaling te blijven richten, zeg dan eventueel “in” tegen jezelf bij het inademen en “uit” bij het uitademen.
Doe deze oefening enkele keren per dag.
*Je houding is wel belangrijk bij deze oefening omdat een juiste houding helpt om je aandacht bij dit moment te houden.
Als je zit, doe dat dan met je voeten plat op de grond, met rechte rug en ontspannen schouders. Je nek als verlengde van je ruggengraat. Doe je kin een klein beetje naar beneden.
Als je ligt, doe dat dan op je rug met de benen plat op de grond. Zorg dat je benen wat uit elkaar liggen en je voeten naar buiten wijzen. Plaats je armen naast je lichaam, op de grond / mat / …