Simon rijdt steevast met de auto naar zijn werk met een rol toiletpapier in het handkastje. Hij is bang om onderweg aandrang tot stoelgang te voelen en het niet te kunnen inhouden. Dat is hem ooit een keer overkomen en sindsdien is hij hier erg op gefocust. Het wordt alleen maar erger en soms stopt hij onderweg om naast de weg even achter de struiken te glippen. Wanneer hij dan “klaarstaat”, lukt het echter niet en moet hij toch geen stoelgang maken. Op het werk probeert hij steeds in de buurt van een toilet te blijven. Hij begint zich steeds meer af te vragen of hij nog wel kan blijven werken als dit probleem zich blijft aandienen. Wat doe je met deze angst?