De recente aanslagen door IS in Parijs, onder andere in concertzaal Bataclan, laten weinigen onberoerd. Iedereen heeft er wel een mening over, wat er aan gedaan zou moeten worden, hoe we dienen te reageren. Sommige reacties neigen richting vergelding, ‘oog om oog, tand om tand’, andere dan weer richting verdraagzaamheid, samenhorigheid en het je niet laten domineren door angst. Voor velen is het onbegrijpelijk hoe een mens zulke gruweldaden ten opzichte van andere mensen kan begaan. Wat maakt dat iemand zich aansluit bij een een terroristische groepering zoals IS? En hoe verandert die persoon door zich in te laten met terrorisme?
Uit onderzoek blijkt dat vooral jonge mensen, op zoek naar hun eigen identiteit, gerekruteerd worden door terroristische groeperingen. Het gaat vaak om jongeren die onzeker zijn, zich er niet helemaal voelen bijhoren in de maatschappij en de idee hebben niet over de kansen en mogelijkheden te beschikken die nodig zijn om door te groeien in de samenleving. Ze voelen zich niet geaccepteerd. Toch willen ze hun stempel drukken op de wereld en een betekenisvol leven leiden. Gezien en erkend worden als een waardevol persoon die iets te bieden heeft en iets weet te bereiken. Idealen en een hoger goed, bijvoorbeeld in het kader van geloof, spreken aan omdat ze de jongere het gevoel geven dat hij of zij eindelijk iets nuttigs met zijn of haar leven kan gaan doen. Dat, in geval van extremisme en terrorisme, mensen daarbij gewond of gedood raken, wordt handig geminimaliseerd als ‘nodig voor het hogere doel’ want ‘die anderen zijn deel van het geheel waartegen gevochten moet worden’. Op die manier zal de jongere geen oog meer hebben voor het individu en het individuele leed dat hij aan de ander berokkent, want dat is ‘van geen tel’. Het hogere goed is namelijk belangrijker en overstijgt individuele beschadiging aan anderen.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat terroristen intelligente, stabiele mensen zijn en aanvankelijk vaak wel in staat tot het voelen en tonen van empathie. Wanneer aangesloten bij de terroristische groepering echter leren ze hun empathie uit te schakelen, ook weer in functie van het hogere goed en om bij de groep te blijven behoren. Ze worden hier in aangemoedigd en bekrachtigd door de andere leden van de groepering waardoor ze bij elkaar de ‘killermodus’ en radicalisering in stand houden. Opvallend is ook dat het niet zozeer gaat om onopgeleide mensen of ‘psychopaten’, wat wel eens gedacht wordt. Geradicaliseerden kunnen onderwijs genoten hebben, uit een gegoed milieu komen en qua persoonlijkheid vind je er eveneens allerhande vormen en soorten in.
John Horgan, een psycholoog en Ph.D., richt zich in zijn onderzoek op de beweegredenen van terroristen en geradicaliseerden. Hij heeft onder andere een zestigtal voormalige terroristen geïnterviewd om de mens achter de geradicaliseerde beter te begrijpen. Mensen die boos zijn, zich vervreemd voelen van de maatschappij, zich er niet bij horen voelen, zijn vatbaarder om gerekruteerd te worden. Zeker als ze het gevoel hebben dat ze, hoe ze nu bezig zijn, geen verschil kunnen maken in de wereld als ‘gewone burger’ terwijl ze dat wel echt graag willen. Ze willen actie ondernemen in plaats van bij de pakken te blijven zitten of erover in discussie te gaan en vinden dat het gebruik van geweld geoorloofd is in functie van het hogere doel. Zich aansluiten bij een extreme groepering wordt gezien als het begin van een avontuur waarbij men samen, als vrienden, strijdt voor het hogere doel. Dit geeft ook meer gevoel van eigenheid. De kwetsbare jongere ‘vindt zichzelf’ en heeft het gevoel eindelijk iemand te zijn, met een doel voor ogen en met eindelijk een ‘betekenisvol leven’. Als dan ook nog vrienden en familie zich achter het ideeëngoed scharen, wordt de kans helemaal groot dat de jongere vatbaar is om gerekruteerd te worden. Het zich aansluiten bij de groepering wordt erg idealistisch voorgesteld, alsof dan je leven pas echt gaat beginnen als held, avonturier, redder van de wereld en de gelovigen. Ze worden gelokt naar een omgeving waar geweld plegen mag, waar gewelddadige videogames realiteit worden en waarbij dit ook nog eens wordt voorgesteld als ethisch correct. Je krijgt met andere woorden een excuus, een vrijbrief om je donkere fantasieën uit te voeren en wordt er nog voor beloond ook. Daarnaast lijkt het hen alsof de rekruteerders en de groepering de ‘echte’ normen en waarden, zoals het hoort, het hogere goed, hoog in het vaandel dragen.
Eens aangesloten komt voor velen de schok dat de realiteit niet zo romantisch is als deze werd voorgesteld. Ofwel zetten ze zich erover, ofwel worden ze gedwongen toch mee te blijven doen en anders rest niet anders dan te vluchten of door de leden van de groep gedood te worden. Met andere woorden, eens erin, geraak je er meestal niet meer uit. Eens als iemand zich heeft aangesloten bij een radicale groepering, verandert hij of zij hier dus door. De manier van redeneren kan worden aangepast in functie van zelfbehoud, ter bescherming van dierbaren, in kader van het groepsgevoel, … De leiders van de groepering weten goed in te spelen op de nood aan erkenning van de leden. Zo wordt zichzelf opofferen, bijvoorbeeld door zichzelf op te blazen, gekaderd als een heldendaad. Een daad die je de prestige geeft die je als ‘gewone burger’ of ‘gewoon lid van de groepering’ anders nooit zou bereiken. Een buitenkans, zeg maar. Je bent plots eindelijk deel van een geheel, je wordt gewaardeerd voor wie je bent en wat je doet en het blijven behouden van die erkenning (of het vergroten ervan) wordt dan erg belangrijk. Als je zou afhaken, verlies je niet alleen je (nieuwe) identiteit en status, maar ook je verworven vrienden binnen de groepering. Daarnaast heb je misschien al heel wat bruggen verbrand wat betreft je oude leven, dus daar zomaar naar terugkeren is niet vanzelfsprekend. Het voelt dan ook als een persoonlijk falen. Terugkeren betekent ook jezelf confronteren met de wandaden die je tot nu toe begaan hebt en hiervoor je verantwoordelijkheid opnemen. Daarnaast, je moet al erg sterk in je schoenen staan om te zeggen ‘OK, ik stop ermee en alle gevolgen, waaronder de bedreiging van mijn veiligheid en die van mijn familie en dierbaren, neem ik er wel bij’. Je stapt nu eenmaal niet zomaar uit zo’n groepering zoals je je lidmaatschap bij de sportclub opzegt.
Je denkt misschien ‘goh, ik vind toch dat je dan naar je eigen normen en waarden moet luisteren en je niet zo moet laten beïnvloeden’. Dat klopt misschien wel, maar ga eens na hoezeer je zelf soms snel beïnvloed wordt door anderen, zonder dat je dat altijd doorhebt of hier altijd veel invloed op hebt? Stel bijvoorbeeld dat je een fervent supporter bent van een bepaalde voetbalclub en je komt op een feestje waar iedereen in de zaal grote supporter is van een concurrerende club. Misschien ben jij wel iemand die luidkeels jouw club gaat verdedigen, maar de samenhorigheid en hevigheid van die grote groep kan ook intimiderend werken. Waar jij normaal gezien steeds de voorkeur voor jouw groep uitschreeuwt, zal je op dat moment misschien iets voorzichtiger zijn omdat je voelt dat die grote groep ineens wel eens heel hevig zich tegen jou zou kunnen keren. Eén man tegen een hele groep, dat voelt niet veilig. Je komt wel eens een andere keer voor je favoriete club op. Of je komt erachter dat iemand waar je erg naar opkijkt hevige supporter is van een andere voetbalclub. Niet dat je daarom meteen ook voor die andere club zal gaan supporteren in plaats van voor de jouwe, maar mogelijk ontwikkel je hierdoor wel sympathie voor die andere club. Als die andere persoon, die jij bewondert, fan is van deze club zal hij daar namelijk vast wel zijn redenen voor hebben. Natuurlijk, dit is geen vergelijking met het vermoorden van mensen in functie van een hoger goed, maar het gaat erom de psychologische mechanismen die erachter zitten beter te kunnen begrijpen. Het is makkelijk om zwart-wit te gaan denken in zin van terroristen zijn slecht en de anderen zijn goed, maar heel wat terroristen waren voor hun radicalisering aangepaste, aangename mensen. Wat maakt dat iemand zodanig het zicht op menselijkheid verliest, dat is belangrijk om ook naar te kijken. Denk maar aan hoe mensen tijdens de tweede wereldoorlog meegesleept werden om anderen leed te berokkenen, terwijl zij daarvoor fatsoenlijke, zorgzame burgers waren. Indoctrinatie is van alle culturen, van alle tijden en we zijn er allemaal in bepaalde mate vatbaar voor, ook al denken we van niet.
***Waarom die agressie? Een vraag die menigen zich stellen. Waarom niet op een andere manier voor je geloof opkomen, op een meer vreedzame manier? Volgens Paul Cliteur, een Nederlands rechtsgeleerde, filosoof en auteur, hangen geweld en radicalisatie vaak samen met een monotheïstische godsdienst, dus een geloof waarbij je je wijdt aan één God. Hierbij noemt hij de islam, maar ook het jodendom en christendom. Volgens sommigen kan er geen revolutie plaatsvinden zonder gebruik van geweld. Denk maar aan Nikolaj Tsjernysjevski die in de 19e eeuw met zijn politieke roman “Wat te doen?” de autoriteiten in Rusland tegen zich gekeerd zag. Hij beschreef een toegewijde revolutionair die in al zijn daden gefocust was op de strijd die geleverd moest worden. Enkel vlees eten om fysiek sterk te zijn, op een spijkerbed slapen om beter tegen een stootje te kunnen, … Deze roman inspireerde heel wat revolutionairen. Linda Bogaert (2005), islamapologete (verdedigster van de islam op zich als geloof, dus niet zozeer verdediger van het terrorisme), geeft dan weer aan dat terrorisme en grof geweld, zoals tegenwoordig gehanteerd bij radicale moslims, een “eeuwenoud fenomeen (is) dat zich in de loop der jaren op alle continenten heeft voorgedaan, door fanatici van verschillende religieuze achtergronden, van verschillende culturen, van verschillende politieke ideologieën.”
***Waarom de focus op het geloof bij de islamitische jongere, in de zoektocht naar zichzelf? De identiteit van moslims wordt vaak voor een groot deel bepaald door hun geloof. Bij westerlingen speelt het geloof hierbij doorgaans geen of slechts een kleine rol. Volgens onderzoekster Chaïma Ahaddour (2012) is de islamitische jongere op zoek naar de pure islam, wat vaak een persoonlijke zoektocht betekent. Hij of zij ziet zichzelf in de eerste plaats als moslim, in plaats van als Belg / Marokkaan / Turk … Een moslimjongere die zich verdiept in zijn geloof is dus een normaal, natuurlijk proces en dient niet meteen aan terrorisme gelinkt te worden, hoewel dit soms wel gedaan wordt.
Bronnen:
Bogaert, L. (2005). Koran-notities. Centrum voor Islam in Europa.
DeAngelis, T. (2009). Understanding terrorism. American Psychological Association, 40(10).
Cliteur, P. (2010). Het monotheïstisch dilemma: of de theologie van het terrorisme. Amsterdam: Singel.
Ahaddour, C. (2012). Jongeren en islam: een kwalitatief onderzoek naar de geloofsbeleving van praktiserende Marokkaans Belgische jongeren. KU Leuven : Faculteit Letteren – Taal en Regiostudies – Arabistiek en Islamkunde.
Kruglanski et al. (2013). Terrorism – A (self) love story. American Psychological Association, 68(17), 559-575.
Taylor, S. (2014). Psychology Today.
Ferguson, N., & Binks, E. (2015). Understanding radicalization and engagement in terrorism through religious conversion motifs. Journal of Strategic Security, 1(8, 1-2), 16-26.