Faalangst en angst in het algemeen kunnen je danig gijzelen. (Faal)angst beïnvloedt je gedachten, gevoelens en gedrag. Wanneer je niet oplet, neemt de angst het steeds meer van je over en doet het net minder presteren, omdat het zoveel vat op je heeft.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat wie last heeft van faalangst, de neiging heeft om zichzelf te beschermen door middel van bepaalde (niet altijd helpende) strategieën. Zeker wanneer je je in situaties bevindt waarbij je onder druk staat om te presteren en je zelfbeeld op het spel staat.
- Zo kan je van ‘gewoon’ perfectionisme doorschieten naar een ongezonde vorm van perfectionisme. Je doet te hard je best, wil te zeer de puntjes op de i zetten waardoor je door de bomen het bos niet meer ziet. Denk maar aan een absurd aantal overuren, omdat je je werk gewoon niet meer kan loslaten (“er mag echt niets fout gaan”).
- Ook kan je bij de druk om te presteren van te voren luidkeels roepen dat het je toch niet gaat lukken. Lukt het niet, dan had je het toch voorspeld (en jezelf ingedekt), lukt het wel, des te beter. Zo dien je misschien te studeren voor een examen op je werk, om bij te blijven, en ben je zenuwachtig omdat er veel vanaf hangt (een promotie, een vast contract, …).
- Nog een stapje verder is wanneer je bewust je prestaties doet mislukken. Denk bijvoorbeeld aan te veel drinken de avond voor een belangrijk examen of sollicitatiegesprek. Mocht je slecht presteren op het examen of het gesprek zou niet vlot verlopen, dan heeft het niets te maken met jouw kunnen maar met de alcohol. Op die manier komt je zelfbeeld minder in gevaar.
Wat doe je eraan?
- Ga na in welke situaties je vooral last hebt van faalangst. Wat triggert je angst? Denk aan situaties waarbij je sociaal beoordeeld kan worden of waarin je competenties ingeschat worden.
- Wat zijn typische gedachten die je op dat moment gijzelen? Denk je bijvoorbeeld “Ik ga door de mand vallen”, “Iedereen gaat denken dat ik een nietsnut of een loser ben”, of “Ik kan het toch niet”?
- Welke gevoelens zijn allemaal aanwezig? Wellicht is er angst, maar wat voel je nog allemaal? Misschien merk je wel gevoelens van hopeloosheid op, van wanhoop of van schaamte. Door de gevoelens te benoemen, neem je al een stuk van de lading werd en neem je ook wat meer afstand ervan, in plaats van er middenin te zitten.
- Waar voel je die heftige emoties in je lijf zitten? Ervaar je een krop in de keel, een druk op je borstkas of een wrong in je maag?
- Schrijf alle niet-helpende gedachten op en leer ze tijdig te herkennen. Dan kan je zeggen “Daar zijn ze weer, de niet-helpende gedachten” en “Het zijn maar gedachten en niet meer dan dat. Het is niet omdat ik denk dat het me niet gaat lukken, dat dat ook klopt”.
- Formuleer helpende gedachten. Bijvoorbeeld:
- “Ik heb me zo goed mogelijk voorbereid. Ik doe wat ik kan en dat is voldoende.”
- “Het is niet omdat ik denk dat het me niet gaat lukken, dat dat ook zo is. Gedachten zijn maar gedachten, gevoelens zijn mààr gevoelens.”
- “Zelfs als ik minder goed zou presteren, dat zegt niets over mijn totaal presteren.”
- “Ik probeer me te focussen op de inhoud en wat ik er interessant aan vind.”
- Ga na wat wel lukt en wat niet. Probeer de situatie waarin je dient te presteren of waarin je beoordeeld wordt te analyseren. Waar ben je goed in, wat zijn je valkuilen? Hoe kan je hierop anticiperen? Heb zeker ook oog voor je positieve kanten en zie daardoor het totaalbeeld!
- Begrip opbrengen voor jezelf en jezelf met compassie benaderen (= niet medelijden, maar mededogen, vanuit het Engelse “self-compassion”). Door zachter te zijn voor jezelf ga je minder snel rampdenken of blokkeren.
- Je kan altijd in begeleiding gaan bij een psycholoog/gedragstherapeut of kort oplossingsgerichte therapeut om je faalangst aan te pakken.
Bronnen:
Gibson, B., & Sachau, D. (2000). Sandbagging as a self-presentational strategy: Claiming to be less than you are. Personality and Social Psychology Bulletin, 26(1), 56-70.
Petersen, L.-E. (2014). Self-compassion and self-protection strategies: The impact of self-compassion on the use of self-handicapping and sandbagging. Personality and Individual Differences, 56, 133-138.